Om kinderen nóg beter te beschermen tegen ernstige infectieziekten gaat het Rijksvaccinatieprogramma vanaf 2025 veranderen.
In het Rijksvaccinatieprogramma wordt tegen infectieziekten gevaccineerd. Polio is er daar 1 van. Wie wel wordt gevaccineerd tegen polio maar deze infectieziekte toch krijgt, heeft over het algemeen minder (ernstige) symptomen.
Welke symptomen dat zijn, lees je op deze pagina. Ook vind je hier informatie over besmetting en hoe vaak de infectieziekte voorkomt.
Vaak merk je niets van een polio-infectie. Soms ontstaan er eerst griepachtige verschijnselen en volgen er ook andere klachten zoals hoofdpijn, spierpijn en overgeven. Ongeveer 1 op de 100 tot 200 personen krijgen te maken met verlammingen, meestal van de armen of benen. Van die mensen overlijdt 2 tot 10% aan de infectieziekte, de anderen houden blijvende verlammingen. Daarnaast kan er een hersenvliesontsteking ontstaan.
Het virus zit in de ontlasting. Een besmet persoon kan iemand anders besmetten door slecht zijn handen te wassen na toiletbezoek. Het virus verspreidt zich dan bijvoorbeeld via deurknoppen, bestek, speelgoed en andere voorwerpen. Mensen raken daarnaast besmet door hoesten, niezen en via de uitademing van een besmet persoon. Iemand die polio heeft doorgemaakt, is voor de rest van zijn leven beschermd tegen dat ene type poliovirus. Hij kan nog wel besmet worden door een van de andere 2 types poliovirus.
Voordat de poliovaccinatie in 1957 werd opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma waren er elk jaar honderden gevallen van polio. Tijdens epidemieën liep het aantal op tot 1.500 à 2.000, zoals in 1943/1944, in 1952 en 1956. Na introductie van de vaccinatie traden in 1971, 1978 en 1992/1993 nog enkele epidemieën op binnen groepen die de vaccinatie afwezen om religieuze redenen. Nu komt polio niet meer voor in Nederland.
De volgende vaccinaties beschermen tegen deze infectieziekte:
Het kan lastig zijn om te beslissen of je jouw kind wil laten vaccineren. In dit webinar krijg je uitgebreide én betrouwbare informatie over de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast geven we informatie over de ziekten waar de vaccins tegen beschermen. Er is ook ruimte om twijfels over vaccineren te bespreken. Dit webinar is gratis te volgen.
Je kunt een infectieziekte krijgen door:
Vooral oudere mensen en jonge kinderen zijn vatbaar voor infectieziekten. Zij lopen het grootste risico op ernstige complicaties of overlijden. Vaccinatie vermindert de kans hierop. Ook zorgt het ervoor dat gevaarlijke infectieziekten minder voorkomen. Wie wel wordt gevaccineerd maar de ziekte toch krijgt, heeft vaak minder (ernstige) symptomen en complicaties.
Alle kinderen worden voor het 9 jaar vaccinatiespreekuur uitgenodigd. Daar bieden we je de mogelijkheid om je kind de DTP- en BMR-vaccinatie te halen tegen difterie, tetanus, polio en bof, mazelen en rodehond.
Wil je niet naar het vaccinatiespreekuur, maar je kind wel laten vaccineren? Of is je kind ouder en heeft hij deze vaccinaties nog niet gehad? Dan kun je - totdat je kind 18 jaar is - langs één van onze vaccinatiedagen in de regio Rotterdam-Rijnmond komen. Je hoeft je niet vooraf aan te melden.
Nee, de vaccinaties hebben geen invloed op de vatbaarheid voor infecties.
Een kind loopt altijd (enig) risico op een ziekte, maar dat risico verkleint als je kind er zelf tegen is ingeënt. Daarnaast is voor de meeste ziekten waartegen wij vaccineren de groepsimmuniteit op veel plekken hoog genoeg. Wel zien we helaas dat dit op steeds meer plekken niet meer het geval is (de laatste jaren zien we dat de vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma is afgenomen), wat de kans vergroot dat je kind met deze ziektes wordt besmet.
