Ga naar de hoofdinhoud

Melding

Om kinderen nóg beter te beschermen tegen ernstige infectieziekten gaat het Rijksvaccinatieprogramma vanaf 2025 veranderen.

Lees meer

Meningokokkenziekte

In het Rijksvaccinatieprogramma wordt tegen infectieziekten gevaccineerd. Onder meer tegen de meningokokkenziekte, typen A, C, W en Y. Wie wel wordt gevaccineerd maar deze infectieziekte toch krijgt, heeft over het algemeen minder (ernstige) symptomen.

Content

Welke symptomen dat zijn, lees je op deze pagina. Ook vind je hier informatie over besmetting en hoe vaak de infectieziekte voorkomt.

  • Symptomen: hier vind je de klachten die voorkomen bij de infectieziekte.
  • Besmetting: onder deze kop lees je wanneer en op welke wijze iemand met die infectieziekte besmettelijk is.
  • Hoe vaak komt het voor: hier vertellen we hoe vaak de infectieziekte voorkomt.
  • Welke vaccinatie beschermt tegen meningokokken: hier zie je welke vaccinatie tegen de infectieziekte beschermt.

Symptomen

Niet iedereen wordt ziek bij een besmetting met meningokokken, maar kunnen dan wel anderen besmetten. De eerste klachten zijn vaak verkoudheid en een ziek of hangerig gevoel. Al snel ontstaat er hoge koorts. De infectie kan leiden tot een hersenvliesontsteking of een bloedvergiftiging. Kinderen kunnen overlijden aan deze ziekte of hebben blijvende lichamelijke problemen. Ook doofheid en/of leer-en gedragsproblemen kunnen voorkomen.

Besmetting

Ben je besmet met de meningokokkenziekte, dan zit de bacterie in je neus of keel. Veel mensen weten niet eens dat ze besmet zijn, omdat ze niet ziek worden. Je kan besmet raken door hoesten, niezen en via de uitademing van een besmet persoon. Kleine druppeltjes met de bacterie komen dan in de lucht. Je kunt deze druppeltjes inademen en daardoor besmet raken. Ook door direct contact, zoals zoenen, kan de bacterie worden overgedragen. De kans dat je na besmetting ziek wordt is heel klein. Maar als je de meningokokkenziekte wel krijgt, dan kan dit leiden tot hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging of zelfs overlijden. Daarom is de MenACWY-vaccinatie opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.

Hoe vaak komt het voor?

Lange tijd was er sprake van zo’n 500 tot 600 meningokokkeninfecties per jaar. In 2001 was er een piek met 700 gevallen, vooral door het C-type bacterie. Enkele patiënten, waaronder tieners, stierven. Sindsdien zit de vaccinatie tegen de bacterie in het Rijksvaccinatieprogramma voor baby’s van 14 maanden. Het aantal ziektegevallen per jaar door een besmetting met de bacterie type C is toen drastisch afgenomen.

Sinds 2015 zien we in Nederland een toename van besmettingen en ziektegevallen door de meningokok, type W. Vanaf 2018 wordt daarom een gecombineerd vaccin tegen de meningokokkenziekte typen A, C, W en Y gegeven op zowel 14 maanden als 14 jaar.

Welke vaccinatie beschermt tegen de meningokokkenziekte ?

De MenACWY- vaccinatie beschermt tegen de meningokokkenbacteriën uit de groepen A, C, W, Y.

RIVM-video: Wat is meningokokkenziekte?

https://cms.vaccinatiescjgrijnmond.nl/uploads/images/Teasers/Webinar-vaccineren.png

Webinar: Informatie over vaccinaties voor kinderen

Het kan lastig zijn om te beslissen of je jouw kind wil laten vaccineren. In dit webinar krijg je uitgebreide én betrouwbare informatie over de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast geven we informatie over de ziekten waar de vaccins tegen beschermen. Er is ook ruimte om twijfels over vaccineren te bespreken. Dit webinar is gratis te volgen.

Aanmelden

Vragen?

Wij helpen je graag verder

Bekijk alle veelgestelde vragen
Wie kan meningokokkenziekte krijgen?

Iedereen kan meningokokkenziekte krijgen. Het komt het meest voor bij jonge kinderen en bij tieners. Er zijn verschillende typen meningokokken. Iemand kan dus vaker meningokokkenziekte krijgen.

Wat kun je doen om meningokokkenziekte te voorkomen?

Het meningokoktype W komt het meest voor in Nederland. Wij geven baby’s, via het Rijksvaccinatieprogramma, een vaccinatie tegen meningokokkenziekte typen A, C, W en Y als ze 14 maanden oud zijn. Ook wordt hij aangeboden aan jongeren in het jaar dat ze 14 jaar worden.

Heeft iemand meningokokkenziekte? Dan is het soms nodig om medicijnen te geven aan andere mensen om de ziekte te voorkomen. Bijvoorbeeld in het gezin. De GGD bekijkt samen met de arts of dit nodig is.

Bij hoesten of niezen:

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van je elleboog.
  • Gebruik een zakdoek maar één keer.
  • Gooi de zakdoek na gebruik weg.
  • Was hierna je handen.

Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.

Is meningokokkenziekte te behandelen?

Door snelle behandeling worden de meeste mensen weer beter. Als iemand erg ziek is, is opname in het ziekenhuis nodig. Soms blijven er nog klachten bestaan, bijvoorbeeld doofheid, scheel kijken of moeite met leren. Soms overlijdt er iemand aan meningokokkenziekte.

Kan iemand met meningokokkenziekte naar een kindercentrum, school of werk?

Iemand met meningokokkenziekte is te ziek om naar kindercentrum, school of werk te gaan.

Heeft jouw kind meningokokkenziekte? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van meningokokkenziekte bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op een kindercentrum of school nodig.

Hebben jij of jouw kind contact gehad met iemand met meningokokkenziekte? Jullie kunnen dan gewoon naar een kindercentrum, school of werk. Thuisblijven helpt niet om de ziekte te voorkomen. Er zijn altijd en overal mensen die de bacterie bij zich dragen. Het gebeurt bijna nooit dat 2 mensen in een gezin of groep meningokokkenziekte krijgen.

Bekijk alle veelgestelde vragen